Wetenschap
Via de media is er veel informatie over gezondheid en voeding te vinden. Informatie over gedegen wetenschappelijk onderzoek, maar ook artikelen over minder goed uitgevoerde studies of verkeerd getrokken conclusies. Het goed lezen van wetenschappelijke studies lastig. Naast vaktermen verschilt de mate van bewijslast van de gekozen onderzoeksvorm. Zo zijn er dierproeven die je niet door kunt vertalen naar de mens en is de bewijslast van studies met een gering aantal proefpersonen niet zo hoog.
In deze sectie van onze website nemen we wetenschappelijke studies onder de loep. We houden ze tegen het licht van al eerder uitgevoerd onderzoek, de bewijslast en de eventuele beperkingen van het uitgevoerde onderzoek. Debras et al. (2022)
Verhogen zoetstoffen het risico op hart- en vaatziekten?
BMJ 2022;378:e071204.
Soort onderzoek: observationele studie
Om de inname van suikers te verminderen worden suikers soms vervangen door zoetstoffen. Die dragen niet bij aan de energie-inname. Daarmee zou het risico op hart- en vaatziekten verlaagd kunnen worden. Enkele studies waarin gekeken is naar light dranken zetten daar vraagtekens bij. Om dat breder te onderzoeken hebben deze Franse onderzoekers gekeken naar de inname van zoetstoffen uit verschillende soorten voedingsbronnen (niet alleen light drank) en het effect ervan op hart- en bloedvaten.
Deze studie laat zien dat de hoogste inname van zoetstoffen (vooral aspartaam, acesulfaam-K en sucralose) het risico op hart- en vaatziekten verhoogde. De onderzoekers concluderen dat zoetstoffen daarmee een vermijdbaar risico vormen voor hart- en vaatziekten, hoewel het nodig is dat dit bevestigd wordt in andere grootschalige prospectieve cohortstudies.
Download deze studieSuez et al. (2022)
Kunnen sommige zoetstoffen tot een verstoorde glucoseregulatie leiden?
Cell. 2022 Sep 1;185(18):3307-3328.e19.
Soort onderzoek: experimentele studie bij mensen & een dierstudie
Suez et al. concluderen in hun onderzoek dat zoetstoffen invloed hebben op het microbioom en dat de zoetstoffen sucralose en sacharine op die manier de glucoseregulatie kunnen verstoren. Ze geven wel aan dat dit persoonspecifiek is en dat verder onderzoek nodig is om te weten wat de effecten op langere termijn zijn.
Het onderzoek naar de effecten van zoetstoffen op het microbioom en de glucoseregulatie bij mensen is schaars en laat niet altijd dezelfde resultaten zien. Deze studie levert een belangrijke bijdrage daaraan, maar kent ook een aantal beperkingen. Het zou dan ook voorbarig zijn om in de praktijk anders te gaan adviseren over zoetstoffen en over sucralose en sacharine in het bijzonder.
Download deze studieTsan, L. et al. (2022)
Verstoren zoetstoffen op jonge leeftijd de glucoseregulatie en het geheugen bij ratten?
JCI Insight, 13 september 2022, 157714
Soort onderzoek: dierstudie
Tsan et al. trekken in hun studie met dierproeven de conclusie dat het drinken van zoetstoffen voor het bereiken van de volwassen leeftijd van de ratten, binnen de normen van de aanvaardbare dagelijkse inname en op vrijwillige basis, leidt tot verminderde geheugenfunctie, belangrijke elementen van de glucoseregulatie beïnvloedt en het eten van suikers op volwassen leeftijd bij de ratten. Dit kan komen door veranderingen in voedingsstoffentransport in het lichaam, veranderde smaakpapillen voor zoet en veranderingen in genexpressie.
Het onderzoek is gedaan bij ratten en niet bij mensen. Het is daarom ook niet duidelijk of dit effect ook bij mensen waarneembaar is. Bovendien is het een eerste onderzoek, het onderzoek dient te worden herhaald door een andere groep onderzoekers om te kijken of het geen toeval is dat deze ratten zo reageerden. Dit wordt altijd gedaan met experimenten, om uit te sluiten dat het geen toevalsbevindingen zijn of dat foutjes in de uitvoering van de experimenten hebben geleid tot deze uitkomsten.
Download deze studieDebras, C. et al. (2022)
Wat is het risico op kanker bij de inname van aspartaam, acesulfaam-k en sucralose?
PLoS Med, 2022, 19(3), e1003950
Soort onderzoek: observationeel onderzoek | cohortstudie
In deze Franse observationele studie van Debras et al. (maart 2022) is een verband gevonden tussen de consumptie van zoetstoffen (met name aspartaam en acesulfaam-K en geen sucralose) en een verhoogd risico op kanker. De deelnemers die de meeste zoetstoffen gebruikten hadden een hoger risico op kanker, borstkanker en obesitas-gerelateerde kanker dan deelnemers die geen zoetstoffen gebruikten. Echter, door de observationele opzet kan niet gesproken worden van een oorzakelijk verband. De auteurs geven dat zelf ook aan. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat de deelnemers die de meeste zoetstoffen gebruikten al minder gezond waren dan de deelnemers die geen zoetstoffen gebruikten en daardoor een verhoogd risico op kanker liepen. Er is een ander soort onderzoek nodig om iets over een oorzakelijk verband te kunnen zeggen.
Meer informatie over de bewijskracht van de verschillende onderzoeksvormen.
Download deze studieMagali Rios-Leyvraz and Jason Montez (2022)
Welk effect hebben zoetstoffen op onze gezondheid?
World Health Organization, 12 April 2022 | Publication
Soort onderzoek: systematische review & meta-analyse
Deze door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ondersteunde studie is een update van de systematische review van Toews et. al (2019). Zij onderzochten of er een verband bestaat tussen het gebruik van zoetstoffen en een verhoogd risico op verschillende gezondheidsklachten. Rios-Leyvraz en Montez hebben in hun onderzoek ook de studies na 2019 opgenomen en onderzochten ook studies die op basis van een aantal criteria van Toews toen waren uitgesloten. In totaal zijn 283 unieke studies onderzocht. Deze systematische review van Rios-Leyvraz en Montez heeft daarmee het meest actuele wetenschappelijke bewijs samengebracht die gaan over gezondheidseffecten van het gebruik van zoetstoffen. Zij onderschrijven de conclusie van de eerdere studie van Toews dat zoetstoffen een positieve rol kunnen spelen bij het verminderen van de dagelijkse calorie-inname en gewichtsbeheersing. Zij vonden geen aantoonbaar bewijs dat zoetstoffen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes, obesitas of nierschade, de zogenaamde cardiometabole aandoeningen, geven.
Download deze studie