menu

Wetenschap

Via de media is er veel informatie over gezondheid en voeding te vinden. Informatie over gedegen wetenschappelijk onderzoek, maar ook artikelen over minder goed uitgevoerde studies of verkeerd getrokken conclusies. Het goed lezen van wetenschappelijke studies lastig. Naast vaktermen verschilt de mate van bewijslast van de gekozen onderzoeksvorm. Zo zijn er dierproeven die je niet door kunt vertalen naar de mens en is de bewijslast van studies met een gering aantal proefpersonen niet zo hoog.

In deze sectie van onze website nemen we wetenschappelijke studies onder de loep. We houden ze tegen het licht van al eerder uitgevoerd onderzoek, de bewijslast en de eventuele beperkingen van het uitgevoerde onderzoek. 

Tsan, L. et al. (2022)

Verstoren zoetstoffen op jonge leeftijd de glucoseregulatie en het geheugen bij ratten?

JCI Insight, 13 september 2022, 157714

Soort onderzoek: dierstudie

Tsan et al. trekken in hun studie met dierproeven de conclusie dat het drinken van zoetstoffen voor het bereiken van de volwassen leeftijd van de ratten, binnen de normen van de aanvaardbare dagelijkse inname en op vrijwillige basis, leidt tot verminderde geheugenfunctie, belangrijke elementen van de glucoseregulatie beïnvloedt en het eten van suikers op volwassen leeftijd bij de ratten. Dit kan komen door veranderingen in voedingsstoffentransport in het lichaam, veranderde smaakpapillen voor zoet en veranderingen in genexpressie. 

Het onderzoek is gedaan bij ratten en niet bij mensen. Het is daarom ook niet duidelijk of dit effect ook bij mensen waarneembaar is. Bovendien is het een eerste onderzoek, het onderzoek dient te worden herhaald door een andere groep onderzoekers om te kijken of het geen toeval is dat deze ratten zo reageerden. Dit wordt altijd gedaan met experimenten, om uit te sluiten dat het geen toevalsbevindingen zijn of dat foutjes in de uitvoering van de experimenten hebben geleid tot deze uitkomsten. 

Download deze studie

Debras, C. et al. (2022)

Wat is het risico op kanker bij de inname van aspartaam, acesulfaam-k en sucralose?

PLoS Med, 2022, 19(3), e1003950

Soort onderzoek: observationeel onderzoek | cohortstudie

In deze Franse observationele studie van Debras et al. (maart 2022) is een verband gevonden tussen de consumptie van zoetstoffen (met name aspartaam en acesulfaam-K en geen sucralose) en een verhoogd risico op kanker. De deelnemers die de meeste zoetstoffen gebruikten hadden een hoger risico op kanker, borstkanker en obesitas-gerelateerde kanker dan deelnemers die geen zoetstoffen gebruikten. Echter, door de observationele opzet kan niet gesproken worden van een oorzakelijk verband. De auteurs geven dat zelf ook aan. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat de deelnemers die de meeste zoetstoffen gebruikten al minder gezond waren dan de deelnemers die geen zoetstoffen gebruikten en daardoor een verhoogd risico op kanker liepen. Er is een ander soort onderzoek nodig om iets over een oorzakelijk verband te kunnen zeggen. 
Meer informatie over de bewijskracht van de verschillende onderzoeksvormen.

Download deze studie

Magali Rios-Leyvraz and Jason Montez (2022)

Welk effect hebben zoetstoffen op onze gezondheid?

World Health Organization, 12 April 2022 | Publication

Soort onderzoek: systematische review & meta-analyse

Deze door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uitgevoerde studie is een update van de systematische review van Toews et. al (2019). Zij onderzochten de effecten en verbanden tussen het gebruik van zoetstoffen en de energie- en suikerinname en het risico verschillende gezondheidsproblemen. Rios-Leyvraz en Montez hebben in hun onderzoek ook studies meegenomen die na 2019 zijn gepubliceerd en studies die op basis van een aantal criteria van Toews toen waren uitgesloten. In totaal zijn 283 unieke studies meegenomen. Bij de resultaten is een onderscheid gemaakt tussen gerandomiseerde, gecontroleerde interventiestudies (RCT’s) en observationele studies. RCT’s geven het sterkste bewijs en worden gezien als gouden standaard wat betreft onderzoeksmethode. Het bewijs uit observationele studies is minder sterk. De resultaten uit RCT’s laten zien dat het gebruik van zoetstoffen tot gewichtsverlies leidt en de energie-en suikerinname vermindert. Op verschillende risicofactoren voor hart- en vaatziekten (LDL-cholesterol, glucose, insuline, HOMA-IR, bloeddruk) worden neutrale effecten gevonden. Observationele studies laten een verhoogd risico zien op obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten en sterfte.

Download deze studie

Dalenberg et al. (2020)

Leidt het innemen van sucralose tot een verlaging van de insulinegevoeligheid?

Cell Metabolism, volume 31, issue 3, p 493-502

Soort onderzoek: experimentele studie

Dalenberg et al. trekken de conclusie dat wanneer sucralose wordt gecombineerd met maltodextrine (een koolhydraat) een verlaging van de insulinegevoeligheid optreedt. In hun studie maken zij gebruik van een experimentele studie, waarbij ze een groep van volwassenen en een kleine groep jongeren gedurende twee weken een drank van 335 ml lieten drinken. De onderzoekers geven aan dat hun experiment een aantal tekortkomingen kent. Dit kwam met name door de homogeniteit van de deelnemers. Het betrof hier jonge mannen met een gemiddelde lengte en een gezonde bmi. De resultaten zijn dan niet zonder meer door te trekken naar mensen met overgewicht of obesitas. Daarbij kregen de deelnemers alleen een drankje om in te nemen, dit is niet te vergelijken met het eten van gewoon voedsel. Zij geven dan ook zelf aan dat hun hypotheses nader onderzocht dienen te worden.

Download deze studie

Chazelas et al. (2020)

Zorgen light-/zero dranken voor een verhoogde kans op hart- en vaatziekten?

Journal of the American College of Cardiology, 76: 2175-2176

Soort onderzoek: Observationeel onderzoek

Onderwerp: verband tussen light frisdrank en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

Chazelas et al. (2020) trekken in dit artikel de conclusie dat mensen die dranken met suiker gebruiken of dranken met zoetstoffen meer kans hebben om hart- en vaatziekten voor de eerste keer door te maken dan mensen die deze dranken helemaal niet gebruiken. En dat daarmee light-/zero dranken wellicht niet een gezonder alternatief voor dranken met suiker is.

De onderzoekers geven aan dat de kracht van het onderzoek ligt in het feit dat het om een zeer groot cohort gaat, dat het een prospectief onderzoek betreft en dat er gedetailleerde informatie over de consumptie van dranken bekend was. Als nadelen gaven zij aan dat er geen causale verbanden gevonden zijn en dat er veel verstorende factoren (confounders) aanwezig waren. Verder geven zij aan dat dit onderzoek argumenten levert als bijdrage bij het debat over belasting, etikettering en een regulatie van dranken met suiker en zoetstoffen. Hun advies is om causale verbanden te onderzoeken in andere grote prospectieve cohorten en meer mechanistisch onderzoek.

Download deze studie