De EU heeft een onderzoeksprogramma (Horizon 2020) dat de veiligheid en effecten van zoetstoffen en zoetkrachtversterkers op lange termijn onderzoekt. Zo is er laatst een studie gepubliceerd over dit onderwerp. Daarin werd gekeken wat de invloed van zoetstoffen is op gewichtsbeheersing, darmflora en cardiometabole risicomarkers. Er deden 341 volwassenen en 38 kinderen met overgewicht of obesitas mee, afkomstig uit Denemarken, Griekenland, Spanje en Nederland.

Opzet onderzoek
In de eerste fase volgden de volwassenen acht weken lang een dieet waarbij ze gemiddeld 10 kilo afvielen. Daarna gingen degenen die dit gewichtsverlies hadden gehaald, een fase in waarin ze moesten proberen om hun nieuwe gewicht te behouden. Ze werden willekeurig over twee groepen verdeeld: de ene groep (de 'zoetstoffengroep') verving suikerrijke voeding en dranken door alternatieven met zoetstoffen zoals aspartaam, sucralose en stevia en de andere groep (de controlegroep) moest deze zoetstoffen juist vermijden, maar wel een gezond, suikerarm dieet volgen, waarbij minder dan 10% van de totale energie-inname uit suikers bestond.
Resultaat
Na een jaar lukte het beide groepen om hun oorspronkelijke gewichtsverlies te behouden, maar de zoetstoffengroep behaalde betere resultaten. Zij behielden gemiddeld 7,2 kg gewichtsverlies, en de controlegroep, die geen zoetstoffen gebruikten, maar een suikerarm-dieet volgde, was dit 5,6 kg.
De kleinere groep van 38 kinderen liet ook verbeterde scores voor de BMI-leeftijd zien in beide groepen, maar er was geen significant verschil tussen de zoetstoffen- en de controlegroep. Omdat het aantal deelnemende kinderen klein was, worden deze resultaten als verkennend beschouwd.
Een uitgebreid verslag is te vinden op de website van de International Sweeteners Association (ISA).
Of lees het bericht van onderzoeksdiëtist Rob van Berkel op LinkedIn.