menu

Sacharine (E954)

300 tot 500x zoeter dan gewone suiker. Levert geen calorieën.

Sacharine werd in 1879 ontdekt door medewerkers van de Johns Hopkins Universiteit in de Verenigde Staten. Het wordt niet omgezet (gemetaboliseerd) door het lichaam en wordt door de nieren volledig uitgescheiden.

Veiligheid en gezondheid

Sacharine wordt al meer dan 100 jaar gebruikt, met name door diabetici. De veiligheid van het gebruik is veelvuldig en grondig onderzocht. In de 70-er jaren is er echter een Canadees onderzoek verschenen dat veel onrust heeft veroorzaakt. Uit het onderzoekt bleek dat sacharine bij mannelijke ratten bij consumptie van extreem hoge doseringen blaaskanker kan veroorzaken. Later bleek dat het mechanisme dat hieraan ten grondslag ligt typisch is voor ratten en bij mensen niet voorkomt.

Sacharine is door de JECFA (Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives) meerdere keren beoordeeld en goedgekeurd. Voor het laatst was dat in 1993.

Door de Scientific Committee on Food van de Europese Unie werd het in 1995 voor het laatst geëvalueerd en goedgekeurd. Sacharine heeft geen nadelig effect op het gebit en heeft geen invloed op insuline en/of bloedsuikergehalte, waardoor het ook geschikt is voor diabetici.

ADI

De ADI voor sacharine is door de Scientific Committee on Food van de Europese Unie vastgesteld op 5 mg/kg lichaamsgewicht per dag. Met de Zoetstoffen check op deze site kun je zien hoeveel je van deze zoetstof dagelijks mag innemen.

In welke voedingsmiddelen

Sacharine wordt o.a. gebruikt als tafelzoetstof (‘zoetjes’), in frisdranken en fruitdrinks, ijsthee, zuiveldranken, jam, snoep, gebak, dressings, sauzen, ijs, desserts, kauwgom, vis- en fruitconserven en chocolade.

Toepassingsmogelijkheden

Sacharine is lang houdbaar. Het kan worden ingevroren en het kan tegen verhitting en is dus ook geschikt om mee te koken en te bakken. Sacharine heeft een wat bittere nasmaak. Dit kan worden gemaskeerd door het te combineren met andere zoetstoffen. In combinatie met andere laagcalorische zoetstoffen neemt de zoetkracht exponentieel toe (synergetisch effect) waardoor er in totaal minder zoetstoffen gebruikt hoeven te worden.